Zelfperceptie bestaat uit drie pijlers: zelfbeeld, zelfwaardering en zelfvertrouwen. In deze blog spitsen we ons toe op zelfvertrouwen: het vertrouwen hebben in het eigen kunnen.
Wat is zelfvertrouwen?
De dikke Van Dale geeft als definitie: ‘het vertrouwen in de eigen kracht’. Oftewel het accepteren van jezelf zoals je bent. Zelfvertrouwen gaat dus samen met een positief zelfbeeld. Daarin zijn er verschillen in. Egocentrisch zelfvertrouwen is het vertrouwen dat men alles zelf kan zonder inbreng van een ander. Daarentegen kan men ook gezond zelfvertrouwen hebben, waarbij men zich wel open stelt voor de inzichten van een ander.
Naast het accepteren van jezelf, zorgt zelfvertrouwen voor het accepteren van anderen zoals ze zijn en het accepteren van de omstandigheden zoals deze zich aandienen. Zo ervaart men controle over en invloed op de omgeving. Ook is men in staat om met nieuwe situaties om te gaan. Wie erin slaagt zichzelf, de anderen en de dingen om zich heen onvoorwaardelijk te accepteren, is veel meer in balans: evenwichtiger, stressbestendiger, zelfverzekerder, socialer en gelukkiger.
Gezond denken
Zelfvertrouwen heeft alles te maken met onze manier van denken. De ‘bril’ waarmee men kijkt naar zichzelf en/of de situatie bepaalt hoe men zich voelt. Positief denken bevordert dus een positief zelfbeeld. Omdat de ontwikkeling van het zelfvertrouwen begint in de kindertijd, hebben ouders een grote invloed op de manier van het denken van een kind. Zo is het belangrijk dat ouders laten merken van het kind te houden, los van wat het presteert.
Een voorbeeld van een reactie ter bevordering van een positief zelfbeeld is: “We houden van je, wat er ook gebeurt. Gewoon omdat jij, jij bent”.
Dit zorgt ervoor dat het kind zichzelf niet steeds hoeft te bewijzen om het gevoel te hebben de moeite waard te zijn. Daarnaast kan het kind werken aan verschillende opdrachten, zonder bang te hoeven zijn voor een faalervaring met negatieve gedachtes over zichzelf. Het stimuleert dus gezond denken over zichzelf, de ander en omstandigheden bij het kind. Deze manier van denken is realistisch. Men kan en mag fouten maken. Verder is het zelfvertrouwen niet afhankelijk van het doen en laten van een ander, waardoor iemand niet veeleisend is richting zijn omgeving. Daarom zijn met mensen met zelfvertrouwen prettig in de omgang.
Gebrek aan zelfvertrouwen
Omdat het zelfvertrouwen samenhangt met ons denken, kunnen opvattingen iemand ook in de problemen brengen. Zo kunnen gedachtes over jezelf (onnodige) stress en frustratie veroorzaken. Iemand met een negatief zelfbeeld heeft de neiging om gebeurtenissen zo te zien dat zij het zelfbeeld bevestigen, zogenaamde ´denkfouten´. Daardoor houdt een negatief zelfbeeld zichzelf in stand. Veelvoorkomende ´denkfouten´ zijn:
- Overdrijven of uitvergroten
Men doet dit graag en vaak. Overdrijven is van iets kleins, iets groots maken en het zien van leeuwen en beren op de weg, die er niet zijn. Wanneer men problemen uitvergroot, benadeelt men zichzelf in de aanpak en het oplossen. Wanneer men denkt “Het zit míj ook altijd tegen”, houdt men geen rekening met de keren dat het wél goed ging. Het negatief zelfbeeld wordt ook bevestigd, doordat de nadruk wordt gelegd op dat het ‘mij’ overkomt.
Naast het uitvergroten, kan men nare gebeurtenissen en tegenslagen zien als rampervaringen. Door rampdenken kan men moeilijker omgaan met de frustraties. Wat dan kan helpen, is de situatie te relativeren. Stel bijvoorbeeld de vraag: “Wat is het ergste wat me kan overkomen?”.
Dit is de manier van denken dat men geen nuances ziet. Een voorbeeld van een gedachte is: “Iedereen doet normaal, behalve zij”. Hierdoor wordt de wereld verdeeld in mensen die normaal doen en mensen die niet normaal doen. Dit is erg overzichtelijk, maar niet realistisch. Stel eens de vraag: “Hoe komt het dat ‘zij’ niet normaal doen?”. Mogelijk komt men er dan achter dat er, tussen de uitersten, ook grijsgebied bestaat. Zo kan het gedrag van de ander afhankelijk zijn van de situatie. Ook kan men zich niet bewust zijn van het gedrag. Deze gedachtes zorgen voor minder hoge eisen aan jezelf en de ander.
Deze manier van denken beïnvloedt verschillende aspecten van het leven. Bijvoorbeeld bij het oplossen van problemen en daarmee het maken van beslissingen. Mensen met een negatief zelfbeeld stellen vaker problemen uit dan iemand met een positief zelfbeeld.
Tips voor het vergroten van het zelfvertrouwen:
- Maak een lijst met tien positieve eigenschappen. Wanneer dit niet lukt, vraag dan aan anderen of zij de lijst kunnen aanvullen. Plak deze lijst bijvoorbeeld in een agenda en lees het iedere dag een keer door.
- Geef jezelf en de ander vaker een compliment. Schrijf bijvoorbeeld aan het eind van iedere dag een compliment voor jezelf op. “Ik vond het vandaag goed van mezelf dat ik …”.
- Leer jezelf open te stellen voor kritiek. Durf rustig er naar te luisteren. Stel vragen om erachter te komen wat de ander precies bedoelt. Terwijl de ander meer uitleg geeft, kun jij rustig bedenken wat je ervan vindt. Waar haal je die rust en kalmte vandaan? Vanuit het diepe besef dat, zelfs als de kritiek van de ander terecht is, jouw waarde als persoon niet in het geding is.
- Stel realistische doelen. Deel grote doelen op in subdoelen. Zo geeft men zichzelf de mogelijkheid tot een leerproces ‘met vallen en opstaan’.
- Leer ‘nee’ zeggen. Accepteer niet iedere opdracht en ieder verzoek. Daarmee voorkomt men een volgeplande agenda en komt men meer toe aan zichzelf.
Voor het schrijven van deze blog is onder andere het boek ‘Niets moet, alles mag’ van Kees Roest gebruikt. Dit is een praktische handleiding voor gezond denken en zelfvertrouwen.
Wilt u graag handvatten aangereikt krijgen om uw zelfvertrouwen te vergroten? Neem dan gerust contact op met Deviaa voor een intakegesprek, dan hopen wij u verder te kunnen helpen.
Sanne de Haan
Psycholoog i.o.