Heb ik een aanpassingsprobleem?
Niemands leven verloopt zonder obstakels. Problemen horen bij het dagelijks leven. Maar soms kunnen er situaties optreden die zo diep en ingrijpend zijn, of zulke grote gevolgen hebben, dat het (tijdelijk) niet lukt om hier op een goede manier mee om te gaan. U merkt dan aan uzelf dat u blijft ‘hangen’ in bepaalde emoties of bepaald gedrag. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren naar aanleiding van een verhuizing of na het overlijden van een dierbare persoon. Niet iedere persoon reageert hierop dezelfde manier op en voor sommige mensen, of in bepaalde omstandigheden, kan het moeilijk zijn om zich na verloop van tijd aan te passen aan de veranderde situatie. Wanneer de stress die hierbij komt kijken, lange tijd aanwezig blijft, kan het leiden tot een aanpassingsprobleem.
Iemand met een aanpassingsprobleem heeft dus moeite met het op de juiste manier aanpassen aan een nieuwe of onprettige situatie. Dit kan tot uiting komen in gevoelens van angst, onrust, hopeloosheid, somberheid, huilbuien, nervositeit of vergeetachtigheid. Niet alleen de emoties raken verstoord, maar het kan ook effect hebben op het gedrag. Dit kan zich bijvoorbeeld manifesteren in teruggetrokken gedrag of het uitstellen van taken, waardoor u (onbedoeld) de problemen naar u toetrekt en zich erdoor op laat slokken. Aanpassingsproblemen kunnen echter ook resulteren in storend gedrag of humeurigheid richting uw naasten, waarbij men probeert om het frustratieniveau in de hand te houden door het ‘op anderen af te reageren.’ Dit wordt ook wel externaliseren genoemd. Soms uiten spanningen en stress zich lichamelijk en kunnen er ook lichamelijke klachten optreden, zoals migraine, obstipatie, ademhalingsproblemen etc.
Rouw- en verwerkingsproblemen zijn voorbeelden van aanpassingsproblemen. Deze vormen kunnen bijvoorbeeld voorkomen bij een kind dat geconfronteerd wordt met ingrijpende levensgebeurtenissen (zoals echtscheiding, overlijden van een dierbare persoon, ziekte, ernstig ongeval). Of bij een jongvolwassene die na een verhuizing moeite heeft om te aarden in de nieuwe omgeving. Rouw en verwerking zijn normale en noodzakelijke processen en soms heeft men een bepaalde periode nodig om te acclimatiseren. Dit kan echter ontaarden in een aanpassingsprobleem wanneer deze periode te lang duurt of wanneer er een ongezond patroon aanwezig is.
Aanpassingsproblemen kunnen op verschillende manieren tot uiting komen. Bij kinderen kunt u hierbij denken aan aanhoudende angstklachten, emotionele uitbarstingen en ‘tegendraads gedrag’. Wanneer deze gedragingen na een belangrijke verandering of verlieservaring zijn ontstaan, is er meestal sprake van een aanpassingsprobleem.
Bij (jong)volwassenen uit een aanpassingsprobleem zich meestal in aanhoudende gevoelens van eenzaamheid, isolatie, het gevoel door uw omgeving niet begrepen worden en over het algemeen ‘niet lekker in uw vel zitten’ vanaf de tijd dat de verandering of verlieservaring in uw leven heeft plaatsgevonden.
Vermoed u dat er bij u of bij uw kind sprake is van een aanpassingsprobleem? Schroom dan niet om hulp te zoeken. De praktijk laat regelmatig zien dat enkele gesprekken met een counselor of coach al voldoende kunnen zijn om het knelpunt helder te krijgen en wat u nodig hebt om nieuwe doelen te stellen.
Gerdien van Wijk
Psychosociaal en Gedragstherapeut