In Nederland maken gemiddeld vijf mensen per dag een einde aan hun leven. Zelfdoding is een moeilijk onderwerp, maar toch krijgen veel mensen er mee te maken. Daarom willen we graag aandacht besteden aan dit onderwerp en hier uitleg en advies over geven. Zelfdoding is anders dan andere sterfgevallen, omdat de nabestaanden hun verdriet en boosheid niet kunnen richten op het oneerlijke van een ziekte, een ongeluk of een moordenaar. Het is belangrijk om eerst te leren erkennen dat je nooit helemaal zult weten wat diegene gedacht heeft en waarom hij uiteindelijk heeft besloten tot zelfdoding. Daarna is er pas ruimte om het verlies onder ogen te komen.
Als kinderen te maken krijgen met de zelfdoding van een ouder, broer, zus, opa, oma of vriend, is dat een traumatische ervaring. Een jong kind hoef je niet alle details van de zelfdoding te vertellen. Ook wanneer er geen duidelijke reden is, kun je zeggen dat sommige mensen dit doen omdat ze zich erg ongelukkig voelen. Belangrijk is wel om hierbij te vermelden dat het kind hier niets aan kon doen en dat de persoon dit ook niet heeft gedaan omdat hij of zij niet meer van het kind hield. Laat het kind vragen stellen en praat erover als het kind daar behoefte aan heeft. Als ouders zijnde is het vaak moeilijk om nog te kunnen functioneren als ouder voor de andere kinderen. Ouders hoeven van zichzelf ook niet te verwachten dat ze nog volwaardig functioneren, maar het is wel belangrijk om dit duidelijk te communiceren naar de andere kinderen. Het kan nuttig zijn om iemand anders te betrekken als ‘vervangende ouder’, waar de kinderen hun verhaal kwijt kunnen.
Soms blijkt dat jongeren al maanden bezig zijn geweest met zelfdoding. Dan kan de vraag ontstaan waarom niemand dit heeft doorgehad.
Soms blijkt uit dagboeken dat jongeren al maanden bezig zijn geweest met zelfdoding. Dan kan de vraag ontstaan waarom niemand dit heeft doorgehad. Jongeren weten dit echter vaak heel goed te verbergen. Het zijn vaak de leeftijdsgenoten die het eerst er vanaf weten. Jongeren vertellen soms aan een vriend of vriendin dat ze met die gedachte bezig zijn, maar daarbij moeten ze wel beloven dat ze het aan niemand zullen vertellen. Deze vriend of vriendin voelt zich dan vaak schuldig omdat ze niks gezegd hebben. Daarom is het belangrijk dat kinderen en jongeren leren dat het niet verkeerd is om deze belofte te verbreken, omdat het leven van hun vriend of vriendin op het spel staat en deze vriend of vriendin niet goed meer kan nadenken.
Er is een model met zes stadia waarin het individu van het ene stadium van suïcidaliteit overstapt naar het volgende, waarbij elk volgend stadium meer gevaar betekent. Aan de hand van dit systeem kunt u zien hoe iemand met suïcidale gedachten denkt.
- Stadium 1: Tekortschieten: de meeste mensen die besluiten tot zelfdoding hebben een beter dan gemiddeld leven. Juist door een plotselinge tegenslag en snelle daling van de levensstandaard, kunnen mensen wanhopig en moedeloos worden. Degenen die het grootste risico lopen, zijn de mensen die kortgeleden een tegenslag hebben meegemaakt of vastzitten tussen een gelukkig verleden en een hopeloze toekomst.
- Stadium 2: Zelfsabotage: wanneer iemand zichzelf de schuld geeft van de negatieve gebeurtenis(sen), zorgen de gevoelens van waardeloosheid, schaamte, vernedering en afwijzing voor een negatief zelfbeeld.
- Stadium 3: Een hoge mate van zelfbewustzijn: door voortdurend te denken aan hoe je zou moeten zijn, wordt iemand zich erg bewust van zichzelf. Dit zelfbewustzijn doet pijn, omdat diegene zichzelf niet goed genoeg vindt. Dit kan ertoe leiden dat hij of zij geen emoties meer toelaat.
- Stadium 4: Negatief affect: iemand wil ontsnappen aan deze negatieve gedachtes en zelfbewustzijn waardoor diegene niet meer redelijk kan nadenken.
- Stadium 5: Cognitieve deconstructie: dit houdt in dat dingen worden afgebroken tot simpele elementen. Mensen zijn voortdurend bezig met het eindeloze heden en hun emoties worden afgestompt. Ze komen in een stemming van lusteloosheid. Daarnaast kunnen mensen ook opluchting ervaren. Wanneer ze tot het besluit van zelfdoding gekomen zijn hoeven ze zich geen zorgen meer te maken en kunnen ze zelfs voor anderen opgewekt overkomen.
- Stadium 6: Ontremming: mensen die hun leven willen beëindigen, denken heel zwart-wit. Ze verkeren in een andere bewustzijnstoestand en denken alleen nog aan leven of dood.
Nu beschreven is welke stadia er zijn in het proces van suïcidale gedachten, roept dit de vraag op wat naasten hierin kunnen doen. Er zijn een aantal dingen die we beter niet kunnen zeggen tegen iemand met suïcidale gedachtes, hoe goed bedoeld ze ook mogen zijn:
- ‘Je wilt niet echt sterven’: hierdoor willen ze soms juist bewijzen dat het hun ernst is en bereiken we het tegenovergestelde van wat we willen.
- ‘Zet deze gedachtes opzij’: dit helpt ze niet, want deze gedachtes hebben ze nou eenmaal.
- ‘Het komt wel goed’: dit is een loze geruststelling, waardoor ze zich onbegrepen voelen en juist genegen zijn om door te vloeien naar een volgend stadia.
- ‘Wat wil je dat ik doe?’: vaak weten ze dat niet, maar hebben ze gewoon behoefte aan een luisterend oor en een steunende schouder.
- ‘Als je er een einde aan maakt, is dat egoïstisch’: dit roept juist schuldgevoelens op waardoor hun zelfbeeld nog lager wordt. Ze willen juist graag ontsnappen aan de negatieve gedachtes en kunnen niet meer helder nadenken.
Er zijn ook een aantal dingen die we wel kunnen zeggen of doen:
- ‘Waarom wil je sterven?’: dit laat ze nadenken over de onderliggende oorzaken van hun pijn. Daarnaast kunnen we zo leren begrijpen wat er in ze omgaat.
- ‘Maak plannen voor de toekomst’: dit biedt perspectief. Wanneer ze heel enthousiast ergens over zijn, krijgen ze positieve energie en nieuwe hoop. Bied hierbij ook je hulp aan door te zeggen dat je wil helpen en in die persoon gelooft.
- ‘Je mag je zo voelen’: het is een opluchting voor mensen met suïcidale gedachtes om te horen dat ze zich zo mogen voelen. Ze hebben vaak al het idee dat ze een slecht persoon zijn en voelen zich nog slechter als ze hun gevoelens weg moeten stoppen. Het erkennen van het gevoel is stap in de goede richting.
- Laat ze huilen en geef diegene de kans om te praten: laat ze merken dat ze er niet alleen voor staan. Laat ze hun verhaal doen en ga daarna samen kijken hoe het verder moet.
Het is begrijpelijk dat ouders of andere naasten de suïcidale gedachtes niet kunnen voorkomen of verhelpen. Maar daarom kunnen ze wel proberen om de hulp van een professional in te schakelen.
Ervaart u of iemand in uw omgeving suïcidale gedachtes en heeft u behoefte aan hulp en ondersteuning? Neem dan gerust contact op met Deviaa voor een intakegesprek, dan hopen wij u verder te kunnen helpen.
Elma de Bruijne
Psycholoog i.o.