Het aansturen van je gedrag, gedachten en emoties gebeurt in je hersenen door denkprocessen die ‘executieve functies’ worden genoemd. ‘Functies’ staat dus voor de ‘denkprocessen’ en 'executief' voor het ‘uitvoeren’ van het gedrag. Bij kinderen en jongeren zijn de executieve functies nog volop in ontwikkeling. Deze ontwikkeling loopt bij ieder kind weer anders: op verschillende manieren en in een ander tempo. 

Er zijn verschillende soorten executieve functies: 

• Respons-inhibitie: nadenken voor je iets doet. 
• Planning/prioritering: een plan maken en beslissen wat belangrijk is.
• Organisatie: informatie en materialen ordenen. 
• Werkgeheugen: het aantal items wat jouw geheugen tijdelijk op kan slaan en waar je mee kunt werken (bijvoorbeeld een rekensom maken).
• Emotieregulatie: het op een juiste manier aansturen van je emoties (bijvoorbeeld op een gepaste manier je boosheid uiten).
• Volgehouden aandacht: je aandacht ergens bij kunnen houden, ondanks dat je afgeleid wordt.
• Taakinitiatie: op tijd en op een efficiënte manier aan een taak beginnen.
• Flexibiliteit: flexibel om kunnen gaan met veranderingen, een probleem op een andere manier oplossen en schakelen tussen activiteiten.
• Timemanagement: tijd inschatten/verdelen en taken op tijd af hebben.
• Doelgericht gedrag: doelen formuleren en realiseren.

Metacognitie: een stapje terug doen om jezelf en de situatie te evalueren.