Het kan heel lastig zijn om aan een kind te vertellen dat iemand overleden is. Als ze nog heel klein zijn, begrijpen ze het vaak niet en wanneer ze groter zijn, kunnen ze op onverwachte manieren reageren. Als volwassenen denken wij vanuit ons eigen referentiekader en beslissen wij wat we wel en niet goed vinden om te vertellen over de dood. Kinderen rouwen echter anders dan volwassenen en daarom is het belangrijk om als volwassene hier meer over te weten, zodat we kinderen op de juiste manier kunnen ondersteunen en helpen.
Er zijn een aantal verschillen te noemen tussen de rouw bij kinderen en bij volwassenen. Volwassenen beginnen meestal meteen met rouwen na het sterven van een naaste. Bij kinderen kan de rouwreactie echter maanden of zelfs jaren later komen. In het begin zijn ze vooral bezig met wat voor invloed de dood van de naaste heeft op hun eigen leven. Ze kunnen zich zorgen maken dat papa hen nu niet meer naar school kan brengen. Pas later breekt het verdriet dan door. Zo kan het voorkomen dat een kind pas 10 jaar later begint met rouwen als het opeens beseft wat het betekent om geen vader meer te hebben of als het kind de ouder erg mist in een cruciale periode zoals de overgang naar de middelbare school. Soms vinden we het ook vreemd dat een kind meteen gaat spelen, terwijl er iemand overleden is. Wat we echter wel moeten beseffen is dat het kind ook een uitlaatklep nodig heeft. Volwassenen storten zich vaak op hun werk en kinderen proberen hun verdriet onder controle te krijgen door te gaan spelen.
Volwassenen hebben vaak de neiging om hun kinderen te beschermen en niet alles te vertellen. Ten eerste hebben volwassenen de neiging om kinderen niet te vertellen wat er is gebeurd. Hierdoor kunnen kinderen gaan fantaseren over wat er is gebeurd of ze maken hun eigen fantasievoorstelling ervan. Het is echter juist van belang dat de uitleg begrijpelijk en vooral eerlijk is. We moeten niet zeggen dat opa slaapt, want dan kunnen kinderen bang worden om te gaan slapen. Ook moeten we niet zeggen dat de overledene is weggegaan, want dan kunnen kinderen hoop houden dat diegene nog terugkomt. Alles wat we zeggen moet dus waarheidsgetrouw zijn, maar we hoeven ook niet alles te vertellen. Het is dus vooral belangrijk dat we de correcte informatie geven. Wanneer kinderen later pas de waarheid horen of er zelf per ongeluk achter komen, beschaamt dit hun vertrouwen en voelen ze zich verraden.
Ten tweede hebben volwassenen de neiging om kinderen weg te houden bij het laatste afscheid of bij de rouwdienst. Het is echter beter om kinderen niet weg te houden bij treurige rituelen, maar om hen voor te bereiden op wat er gaat gebeuren. Een laatste afscheid of rouwdienst kan een kind helpen om afscheid te nemen. Ze beseffen dat diegene echt overleden is en ze zien dat anderen ook verdrietig zijn. Dit kan een gevoel van saamhorigheid en veiligheid geven waarin ze merken dat ze niet alleen zijn in hun verdriet.
Er bestaan dus veel ideeën en gedachtes over hoe kinderen rouwen en hoe je het beste met een kind om kunt gaan die iemand heeft verloren. Het is belangrijk om te beseffen dat kinderen dezelfde gevoelens kunnen hebben als volwassenen. Zij kunnen ook verdrietig of eenzaam zijn, alleen weten ze vaak niet hoe ze dit moeten uiten. Kinderen vinden het lastig om hun emoties te verwoorden en zullen dit dan ook eerder uiten in één van deze drie vormen: in emoties, in lichamelijke reacties en in gedrag. Kinderen begrijpen vaak nog niet volledig wat er precies is gebeurd, maar ze voelen wel dat de omgeving, stemming en gedrag van de mensen om hen heen anders is.
Het feit dat kinderen nog niet alles begrijpen, wil niet zeggen dat je een kind niets moet vertellen. Het is verstandig om kinderen van jongs af aan al uit te leggen wat de dood is. Dat ze begrijpen dat een lichaam niet meer werkt als het dood is en dat diegene ook voor altijd dood is. Dat de dood ook bij het leven hoort en alle levende dingen eens dood gaan. Daarnaast hebben ze ook uitleg nodig wat de oorzaak van de dood is, zodat ze begrijpen waarom iemand gestorven is. Wanneer ze bijvoorbeeld weten dat iemand verongelukt is toen hij op de fiets zat, kunnen ze bang worden om te fietsen. Kinderen hebben dan uitleg nodig dat fietsen niet hetzelfde is als verongelukken.
Veiligheid is ook heel belangrijk voor kinderen. Kinderen kunnen bang zijn dat de andere ouder hen nu ook zal verlaten. Vertel daarom altijd duidelijk waar u als ouder heengaat en wanneer u weer terugkomt. Bent u later terug dan gedacht, bel dan van tevoren even dat u later bent. Kinderen hebben het nodig om te weten dat er voor hen gezorgd zal worden. Daarnaast kan het ook verstandig zijn om met het kind te bespreken wat er zal gebeuren als de andere ouder ook komt te overlijden. Het kan een kind helpen wanneer ze weten wat er dan gaat gebeuren en als ze mee kunnen beslissen bij wie ze dan willen wonen. Vertel daar echter wel bij dat de kans heel klein is dat de andere ouder ook komt te overlijden.
Kinderen kijken vaak naar hoe een volwassene reageert op het verdriet. Wanneer ze merken dat de ouder(s) alleen in het geheim huilen, denken ze dat zij ook niet mogen huilen. Daarnaast durven ze niet goed vragen te stellen of te vertellen wat zij voelen, wanneer de rest dat ook niet doet. Daarom is het belangrijk dat er een open sfeer is of dat er een open gesprek is over hoe het is voor zowel de volwassene als voor het kind. Hierdoor merkt het kind dat hij er naar hem geluisterd wordt en voelt hij de veiligheid om zijn gevoelens te delen. Ga ook na of de kinderen zich niet schuldig of verantwoordelijk voelen voor het sterven. Wanneer zij boos zijn geweest op mama en mama vervolgens is verongelukt, kunnen ze het idee hebben dat het hun schuld is. Het is echter niet goed om kinderen te dwingen om te praten. Kinderen praten pas als ze er klaar voor zijn. Soms kan het helpen om samen iets te gaan doen zoals wandelen of een boek lezen.
Kinderen rouwen dus anders dan volwassenen en daarom is het goed om te proberen te begrijpen wat een kind nodig heeft. Daarnaast is het voor een volwassene vaak moeilijk om met zijn eigen emoties om te gaan en tegelijkertijd de kinderen op te voeden. Dit is begrijpelijk en daarom is het vragen om hulp bij familie/vrienden of professionele hulpverleners verstandig, wanneer u merkt dat u daar behoefte aan heeft.
Wanneer u merkt dat u of uw kind moeite heeft met de rouw of wanneer u ondersteuning wilt bij het omgaan met de rouw, kunt u gerust contact op nemen met Deviaa voor een intakegesprek, dan hopen wij u verder te kunnen helpen.
Elma de Bruijne
Psycholoog i.o.