Misschien roept uw kind het ook wel eens: ‘Luister eens naar mij!’. Wat kan het lastig zijn om goed af te stemmen op het kind, om écht te luisteren naar wat een kind zegt of te duiden wat het kind bedoeld. In de afstemming op het kind speelt communicatie een cruciale rol. In deze blog wordt er ingegaan op de attitude die nodig is voor goede communicatie tussen ouders en kinderen. Vervolgens wordt er ingegaan op de communicatieve ontwikkeling die kinderen doormaken. Tenslotte worden er een aantal praktische tips gegeven over het aangaan van een gesprek met een kind. Deze blog richt zich op kinderen in de leeftijd van vier tot twaalf jaar. Het is een vervolg op de vorige blog ‘Communicatie kun je leren’.
De attitude van ouders richting kinderen
Het is een hele kunst voor ouders om kinderen op te voeden. Elk kind heeft een eigen karakter en belevingswereld. Elk kind heeft ook zijn eigen kwaliteiten. Zo is het ene kind meer verbaal (talig) ingesteld dan het andere kind. Het ene kind kan veel fantasie hebben, een ander kind denkt vaak in oplossingen en weer een ander kind maakt zich snel zorgen. Ieder kind ontwikkelt zijn of haar eigen identiteit en doet dit vanuit een eigen belevingswereld. Voor ouders is het belangrijk om te beseffen dat het kind geen kopie is van de ouders, maar een persoontje met een eigen identiteit. Een kind heeft het daarom nodig dat de ouders evenwichtig aansluiten bij de behoeften, vaardigheden en het karakter van het kind en niet vanuit hun eigen wensen, behoeften of waarneming ofwel vanuit een doelstelling, gericht op wat het fijnste is voor de ouder. Om aan te kunnen sluiten bij het kind is het van belang dat ouders kennis en inzicht hebben in de ontwikkeling van het kind zodat de ouder kan aansluiten bij de ontwikkelingsleeftijd van het kind. Tenslotte is het van belang dat, wanneer er problemen of zorgen zijn met betrekking tot het kind, hier op de juiste manier over gecommuniceerd wordt. Een belangrijk aandachtspunt is bijvoorbeeld dat ouders niet praten over de zorgen of problemen waar het kind bij is, terwijl het kind zelf geen aandeel mag of kan leveren in het gesprek. Wanneer dit wel gebeurt, bestaat er een kans dat het kind zich niet gehoord voelt, of dingen hoort die hij of zij niet begrijpt. Naast dat dit bij het kind kan leiden tot een verkeerde interpretatie van wat er gezegd werd, kan dit ook invloed hebben op het welbevinden en de ontwikkeling van het kind. Kan of moet het kind betrokken worden bij de problemen en zorgen die er zijn? Dan is het van belang dat dit op een manier gebeurt die past bij de ontwikkelingsleeftijd van het kind.
De ontwikkeling van kinderen tussen vier en twaalf jaar
Om het kind te begrijpen en op de juiste manier te kunnen communiceren met het kind is het belangrijk om inzicht te hebben in de ontwikkelingsfase die het kind doormaakt. De ontwikkeling van het kind is een breed en veelzijdig onderwerp en het is onmogelijk om dit boeiende en complexe proces in een enkele blog samen te vatten. Daarom wordt er in deze blog een korte beschrijving gegeven van de verschillende ontwikkelingsfasen van de communicatieve ontwikkeling van kinderen.
Kinderen van ongeveer vier jaar stellen veel ‘waarom’ vragen. Door middel van die vragen doen zij een poging om grip te krijgen op de wereld om hen heen. Als ouder is het in deze fase van belang om duidelijke antwoorden te geven en bij de vraag van het kind te blijven. Ga daarbij niet verder dan het kind vraagt, het kind vraagt vaak intuïtief naar datgene wat het begrijpt. Geef het kind de ruimte om nieuwe ‘waarom-vragen’ te stellen, maar stel ook duidelijke grenzen aan wat het kind wel mag weten en wat het kind nog niet hoeft te weten. De ouder past zijn of haar antwoorden hier op aan.
Van vier tot zes jaar is de taalontwikkeling volop in gang. Kinderen kunnen de meeste woorden uitspreken en grammaticaal volwaardige zinnen maken. Ze nemen uitspraken vaak nog letterlijk en weten ook niet altijd de betekenis van datgene wat zij zelf uitspreken. Het is belangrijk dat de ouder zich hiervan bewust is. Probeer wat het kind zegt niet letterlijk aan te nemen, maar vraag door naar wat het kind precies bedoelt met wat hij of zij zegt. Geef daarnaast uitleg over de betekenis van bepaalde uitspraken of woorden.
In de leeftijd van zes tot acht jaar wordt het kind gevoeliger voor details en treden zij door middel van lezen en schrijven de wereld van volwassenen binnen. De ouder kan in deze fase aansluiten bij de belevingswereld van het kind door bijvoorbeeld aan de hand van een verhaal iets uit te leggen. Of door bijvoorbeeld samen op te schrijven waar het kind zich zorgen over maakt.
In de leeftijd van acht tot tien jaar gaan kinderen verschillende gespreksvormen begrijpen. Zij leren wat de figuurlijke betekenis van woorden en uitspraken zijn en gaan daarnaast experimenteren met verbanden en symboliek. Zo kunnen ze bijvoorbeeld ook grapjes maken. De ouder kan bijvoorbeeld door middel van grapjes aansluiten bij het kind en daarnaast het kind complimenteren voor de verbanden die hij of zij legt. Soms kan het kind echter ook verkeerde verbanden leggen. Het is voor het kind helpend en stimulerend wanneer de ouder hierin positief bijstuurt en uitleg geeft over het juiste verband.
In de leeftijd van tien tot twaalf jaar gaan kinderen hun sociale identiteit ontwikkelen. Het kind vormt zich in de interactie tussen hemzelf enerzijds en volwassenen en leeftijdsgenoten anderzijds een beeld van wat hij of zij voor anderen betekent. Dit is de basis voor het ontwikkelen van de sociale identiteit in de puberteit. In het ontwikkelen van de sociale identiteit zijn kinderen onder andere sterk gericht op de omgang met leeftijdgenoten en zijn zij extra gevoelig voor het gedrag van anderen richting hen en wat anderen zeggen óver hen. Leeftijdsgenoten en de mening van deze leeftijdsgenoten worden dus steeds belangrijker en het kan als ouders wel eens voelen alsof je het aflegt tegenover leeftijdsgenoten. In deze periode is het daarom vooral van belang om in het gesprek aan te sluiten bij het kind door interesse te tonen in de vrienden of vriendinnen en in de hobby’s en de bezigheden van het kind en zijn of haar vrienden. Daarnaast is het geven van complimenten aan het kind en steun uitspreken naar het kind in deze periode erg belangrijk.
Het gesprek aangaan
Om in verbinding te willen blijven en om op te kunnen voeden is het van belang dat ouders praten met hun kinderen. Er zijn verschillende manieren waarop ouders het gesprek aan kunnen gaan, maar de basis is dat er een open klimaat heerst. Ouders kunnen een open klimaat scheppen door veiligheid en liefde te bieden, interesse te tonen en betrouwbaar over te komen waardoor het kind voelt dat er alle ruimte is om te communiceren en dat alle onderwerpen besproken mogen worden. Daarnaast kan het ouders helpen om op de hoogte zijn van het feit dat kinderen vaak de neiging hebben om de spanning die een gesprek soms oproept weg te laten vloeien door middel van beweging. Ouders kunnen dit stimuleren door het kind de ruimte geven voor beweging, een gesprek binnen een activiteit te voeren zodat er niet stil gezeten hoeft te worden of andere manieren te gebruiken waarop het kind zich kan uitdrukken, zoals in tekenen, verven, kleien, in een mini-toneelstuk of in bewegen an sich.
Er zijn nog een aantal algemene tips die toegepast kunnen worden in de communicatie met een kind. Ten eerste is het belangrijk om op dezelfde hoogte te gaan zitten als het kind. Met name als het kind klein is, kan het bedreigend overkomen als de volwassene vanuit een staande positie met een peuter praat. Maak daarnaast oogcontact met het kind en toon interesse in het verhaal van het kind. Dit betekent dat de ouder niet praat met telefoon in de hand of steeds met iets anders bezig is. Wanneer er een zwaar onderwerp besproken moet worden of wanneer de volwassene geen bekende is van het kind is het belangrijk om het kind eerst op zijn of haar gemak te stellen. Dit kan de ouder/volwassene doen door aan te sluiten bij het kind en te vragen naar wat hij of zij aan het doen was of door bijvoorbeeld een grapje te maken. Wanneer er echter een bepaalde boodschap verteld moet worden is het belangrijk om hier niet te lang mee te wachten. Het kind voelt aan dat er wat in de lucht hangt en spanning kan de veerkracht en het welbevinden van een kind schaden. Luister daarnaast open naar wat een kind zegt en probeer te luisteren naar wat het écht bedoelt. Laat ook met behulp van voorbeelden zien dat wat het kind zegt, effect heeft, zoals: ‘Als je me niet had verteld dat je de gymles op school spannend vindt, dan had ik dat niet geweten. Nu kunnen we samen bedenken welke manieren er zijn om het minder spannend te vinden’. Probeer spelen en praten te combineren, vooral bij zwaardere onderwerpen of bij kinderen die geen praters zijn. Signaleer wanneer het kind afhaakt en zet het gesprek op een later moment voort, benoem dit ook naar het kind. Geef tenslotte na een moeilijk of spannend gesprek het kind de ruimte om tot zichzelf te komen. Benoem dit ook duidelijk naar het kind toe zodat het kind weet waar hij of zij aan toe is. Benoem daarnaast ook dat het kind er altijd op terug mag komen.
Kortom, verbinding tussen ouders en kinderen ontstaat onder andere door communicatie en kan versterkt worden door middel van communicatie. De attitude van ouders richting kinderen is daarbij van groot belang. Daarnaast is zowel inzicht in de communicatieve ontwikkeling van kinderen als het inzetten van de juiste gesprekstechnieken helpend in de communicatie met het kind of de kinderen.
Ervaart u of iemand die u kent problemen met de communicatie richting kinderen en heeft u behoefte aan hulp en ondersteuning? Dan kunt u altijd contact opnemen met Deviaa voor een intakegesprek. Graag helpen wij u verder.