Header Team Deviaa

Autisme en sociaal functioneren

03-04-2023

Op 2 april 2023 was het Wereld Autisme dag. Deze dag is bedoeld om bewust aandacht te vragen voor autisme (ASS). In aansluiting daarop verschijnt deze blog, waarin stilgestaan wordt bij het sociaal functioneren van mensen met autisme. Het brein van mensen met autisme verwerkt informatie anders dan bij mensen zonder autisme. Deze andere informatieverwerking hangt samen met het moeilijker herkennen van sociale informatie. Hierdoor kunnen vervelende situaties ontstaan. Hoe het sociaal functioneren van mensen met ASS is, hangt af van de ontwikkeling van je Theory of Mind (ToM). Dat is het vermogen van een mens om een beeld te vormen van zichzelf en dat beeld te gebruiken om zich in te leven in de ander en zijn of haar emoties en gevoelens. In deze blog wordt allereerst stilgestaan bij de ontwikkeling van de ToM, waarna de koppeling wordt gemaakt naar hoe de ontwikkeling van de ToM is bij iemand met autisme en hoe dit er in de praktijk uitziet. Tot slot worden handvatten geboden om iemand met autisme te kunnen helpen in sociale situaties.

In de ontwikkeling van de ToM zijn verschillende fases. Een kind wat net geboren is zit tot ongeveer 18 maanden in de eerste fase. In deze fase staat het delen van aandacht door meerdere mensen centraal. Dit ziet er ook op dat baby’s met hun verzorger(s) emoties kunnen delen. De baby kan de emoties van de verzorger daarbij spiegelen. Als iemand lacht naar de baby is het waarschijnlijk dat de baby teruglacht. Als de verzorger wijst naar een object, is het waarschijnlijk dat de baby samen met de verzorger naar dat object kijkt. De fase die hierop volgt is vanaf 18 maanden tot 4 jaar. Deze fase wordt wel opkomende zelfbewustzijn genoemd. Hierbij groeit er een besef bij het kind dat het gevoelens en gedachten heeft, maar ook dat deze kunnen verschillen van de gevoelens en gedachten van een ander. De derde fase volgt op deze fase en deze is van 4 tot 5 jaar. Een naam voor deze fase is de eerste-orde ToM. Deze fase houdt in dat een kind leert om een eenvoudig beeld te vormen van de gedachten en gevoelens van een ander. Zo kan een kind bedenken dat een ander kind verdrietig is als zijn tekening gescheurd is. Deze fase wordt opgevolgd door de vierde fase, de tweede-orde ToM. Deze is van 6 tot 10 jaar. Het beeld wat een kind kan schetsen, gaat daarbij nog een stap verder. Het kind kan niet alleen bedenken wat iemand anders zijn/haar gedachten en gevoelens zijn, maar kan ook bedenken wat de ander denkt dat iemand anders denkt of voelt. Dit wil zeggen dat Anna kan bedenken wat Levi denkt dat Heidi voelt of denkt.

Mensen met autisme hebben vaak problemen op sociaal gebied die gerelateerd zijn aan de ToM

Bij de ontwikkeling van de ToM speelt de waarschijnlijkheid van de ToM een grote rol. Een kind gaat gaandeweg het proces beseffen dat niet alle theorieën die opgesteld worden over de gedachten en gevoelens van anderen waar zijn. Een kind gaat daardoor begrijpen dat een theorie ook foutief kan zijn. Denk eens aan Anna van 4 jaar. Anna was aan het spelen met servies van haar moeder. Op een gegeven moment valt er een schoteltje kapot. Anna denkt dat haar moeder heel boos zal zijn, omdat het schoteltje kapot is. Anna gaat verdrietig en geschrokken naar haar moeder toe en vertelt het haar. ‘Dat kan gebeuren, ik breek ook wel eens wat’, zegt Anna’s moeder. Zo leert Anna dat niet alles wat zij denkt dat anderen denken waar is. Daarnaast gaat een kind ook leren dat gedrag niet altijd voortkomt uit wat er feitelijk gebeurt in de situatie, maar dat dit ook kan voortkomen uit gedachten en gevoelens.

Mensen met autisme hebben vaak problemen op sociaal gebied die gerelateerd zijn aan de ToM. De ontwikkeling van de ToM gaat bij iemand met autisme niet vanzelf, vanwege de neuropsychologische beperkingen die autisme met zich meebrengt (zie blog wat is autisme?). Niet alle sociale informatie wordt bij hen als zodanig herkend, waardoor sociale informatie soms als feiten worden verwerkt. Het verschil tussen feitelijke en sociale informatie is dat feitelijke informatie bestaat uit één laag, terwijl sociale informatie uit meerdere lagen bestaat. Voorbeelden van verschillende lagen in sociale informatie zijn: context, lichaamstaal, taalgebruik en inhoud. Voor iemand met autisme worden al deze lagen als losse stukjes informatie beschouwd, waardoor de kans groot is dat één van die stukjes niet herkend wordt als sociale informatie. Dit kan zich bijvoorbeeld uiten in het niet herkennen van emoties bij andere mensen, waardoor er alleen gereageerd wordt op de feitelijke gebeurtenis en het emotionele aspect niet meegenomen wordt. Dit kan nare misverstanden tot gevolg hebben en kan voor mensen in de omgeving van iemand met autisme soms ook moeilijk zijn. Zij kunnen het gevoel hebben dat zij niet gezien worden of hun emotie niet mee telt.  

Wees alert op sociale misvattingen!

Het is voor de omgeving rondom mensen met ASS goed om allereerst te beseffen dat bij sociale misverstanden er vaak geen opzet in het spel is, maar dat er sprake is van een niet herkennen of oppakken van de sociale informatie binnen de feitelijke gebeurtenis. Om misverstanden in sociale communicatie te voorkomen is het helpend voor degene met autisme om in het contact met diegene zo min mogelijk lagen aan sociale informatie te zenden. Het is belangrijk dat de inhoud van wat gezegd wordt kort, concreet en duidelijk is. Het is goed om daarbij zo min mogelijk abstract taalgebruik, overbodige woorden, mimiek en lichaamstaal te gebruiken. Wees je er van bewust dat impliciete informatie vaak niet wordt opgepakt, dus verpak deze dus niet in lichaamstaal of in intonatie, maar benoem deze concreet en duidelijk. Check of de boodschap is aangekomen zoals deze is bedoeld. Wees alert op sociale miscommunicaties of misopvattingen en probeer informatie te verduidelijken wanneer dit nodig is. Ondertitel situaties, ofwel leg uit wat er gebeurt en hoe en waaraan iemand met ASS dit kan zien. Leg de koppeling met wat er nu wordt verwacht. Voor kinderen en jongeren met ASS kan het heel helpend zijn om een ToMtraining te volgen waarin gericht en bewust getraind wordt met ToM-vaardigheden. Kortom, help mensen met ASS grip te krijgen op de sociale context en help hun zelfvertrouwen daarmee weer te laten groeien.

Ervaart u of iemand die u kent problemen met de gevolgen van autisme en heeft u behoefte aan hulp en ondersteuning? Dan kunt u altijd contact opnemen met Deviaa voor een intakegesprek. Graag helpen wij u verder.

Berthilde Mulder

Gedragstherapeut

Dit artikel delen:

Lees meer over:

Home Sfeerfoto Deviaa

Deze website maakt gebruik van cookies

Deze website gebruikt cookies. Door gebruik te maken van deze website, geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies. Lees meer

Sluiten